"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mothering Sunday: A Romance

Vrijdag, 1 maart, 2019

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Ankie Lok

Naakt op zondag

Twee zinnen, een hele wereld: Graham Swift opent zijn roman in volle galop. In een renpaard schept hij een zinnebeeld van alles wat je ooit is ontglipt.

[Recensie] Het is zeldzaam, maar nu en dan gebeurt het, zomaar, heel soms: het boek dat je zojuist argeloos opensloeg, grijpt je vanaf de eerste zinnen en heeft je voorgoed te pakken. Mij overkwam het bij Mothering Sunday, de meest recente roman van de Engelse schrijver Graham Swift. Deze begint als volgt:

“Once upon a time, before the boys were killed and when there were more horses than cars, before the male servants disappeared and they made do, at Upleigh and at Beechwood, with just a cook and a maid, the Sheringhams had owned not just four horses in their own stable, but what might be called a ‘real horse’, a racehorse, a thoroughbred. Its name was Fandango.”

Wat staat hier? Een hele wereld, die je in een paar golven in zich opneemt. Alleen al de eerste woorden. Met “once upon a time” beginnen sprookjes en volksverhalen. Het is de eerste, opzichtige clou van de auteur: ik ga je een verhaal vertellen, ga er maar eens even voor zitten. 

En dan: “before the boys were killed”. Bij een Britse auteur weet je het gauw genoeg, dit kan maar naar één trauma verwijzen – de Eerste Wereldoorlog.
Maar er zijn meer hints. Over “the boys” wordt vertrouwelijk gesproken, ze zijn in ieder geval geestelijk nog dichtbij. We bevinden ons dus niet al te lang ná die oorlog.

Yoga Magazine

Before… and
Het vooroorlogse leven – het “once upon a time” – is door de breuklijn van de Eerste Wereldoorlog naar een onnoemelijk ver verleden verwezen. Het wordt tweemaal tevoorschijn gehaald, in de constructies met “before… and”. En daarin doet Swift iets ingenieus: hij laat het verleden nog verder weg glijden, door via het woord “and” eerst over te hellen naar dat verleden (“and when there were more horses than cars”), maar de tweede keer na “and” het perspectief in het heden te houden (“and they made do (…) with just a cook and a maid”). Zó ver weg is het, dit verleden dat door de verteller in een paar beelden wordt opgeroepen: er waren meer paarden dan auto’s, het mannelijk personeel – daar kantelt de tijd alweer naar het armzalige heden – is verdwenen en er zijn nog maar twee personeelsleden over.

Upleigh en Beechwood komen als namen van landhuizen bijna terloops ter sprake, waarna de familie Sheringham wordt opgevoerd. Deze is het onderwerp van de hoofdzin, achter “once upon a time”. Door de uitgebreide introductie met al die bijzinnen staan de Sheringhams midden in die kolkende geschiedenis. Je hoort hun naam voor het eerst, maar je hebt al een globaal idee van hun sores.

Spaanse dans
Nog zo’n stilistisch hoogstandje is de beschrijving van wat de Sheringhams zoal op stal hadden staan. Vier gewone paarden, natuurlijk, er waren indertijd tenslotte meer paarden dan auto’s, maar daarnaast hadden ze ook nog een ‘echt’ paard in bezit gehad, een renpaard, een volbloed. Deze opsomming is een show op zichzelf, van beelden en lettergrepen, die culmineert in de naam: Fandango.

Zo wisselt Swift briljant de ritmes af. Een ultrakorte zin (4 woorden) volgt op een ellenlange zin (62 woorden). Maar ook inhoudelijk beheerst hij de galop. Net als de Sheringhams ontstaat Fandango al in je gedachten nog voordat je zijn naam hebt gezien. En als vanzelf belandt de naam op je tong: je wilt hem uitspreken, horen en proeven.
De naam van het renpaard verwijst naar een Spaanse dans in driekwartsmaat. Als slot van twee formidabele openingszinnen trekt dit woord – deze naam, ja, dit fenomeen! – je de dansvloer op, het verhaal in; er is geen ontkomen aan.

Herhalingen
In de eerste bladzijden gooit Swift zijn trukendoos verder open. Het verhaal speelt zich af op zondag 30 maart 1924, en dat wrijft hij erin:

“It was March 1924.” (pagina 3)
“March 30th 1924.” (idem)
“It was March 30th. It was Sunday. It was what used to be known as Mothering Sunday.” (pagina 5)
“It was March 30th 1924. It was Mothering Sunday.” (pagina 18)
“It was Mothering Sunday 1924.” (pagina 27)

Ook de formule “once upon a time” komt herhaaldelijk terug. Aanvankelijk irriteert dat (ja, Mr. Swift, nu weten we het wel). Maar op den duur krijgen de herhalingen en de nadrukkelijke tegenstelling heden-verleden een bezwerend karakter en lijken deze een functie te vervullen zoals in de orale traditie: houvast voor verteller en publiek. En dan geef je je er als vanzelf aan over en ervaar je hoe Swift zijn vertelling verheft boven het boek, als metaliteratuur in een compacte variant (149 pagina’s).

Naakt op zondag
Waar gaat deze roman vervolgens over? Op deze 30e maart volgen we hoofdpersoon Jane Fairchild, wees en dienstmeisje. Zij bevindt zich in het landhuis van de Sheringhams, in haar eentje en in haar blootje. Met de zoon des huizes heeft ze een onmogelijke liefdesrelatie; nog wel, Sheringham gaat trouwen met een meisje van zijn eigen stand. Iedereen is de hort op, op deze Mothering Sunday, eropuit met de familie. Maar Jane heeft niemand om naartoe te gaan en dwaalt na haar heimelijke bezoek aan Paul Sheringham door de lege vertrekken. Ondertussen komen er bespiegelingen vrij over haar verleden en toekomst, over hoe de dag zal eindigen en hoe haar leven zich zal ontvouwen.

Aan symboliek geen gebrek. Naakt en op de eerste dag van de week raakt Jane losgezongen van de wereld die tot dat moment haar leven heeft bepaald en zal ze het heft in eigen hand nemen. Van de symboliek valt een aparte studie te maken, beginnend bij de titel: Mothering Sunday.
Mooi aan de Engelse titel is de activerende vorm, waar de Nederlandse vertaling – Moeders Zondag – bezittelijk is en daarmee zakelijker en stijver (correct overigens dat niet is gekozen voor Moederdag). De naam van de Engelse (christelijke) feestdag heeft precies de juiste mengeling van koesterende warmte en ouderlijke stimulans: een titel als een springplank voor de verweesde hoofdpersoon, een ‘bemoederende’ zondag (maar dit klinkt in het Nederlands te betuttelend).

Aan het eind van het verhaal draait Swift de volgspot terug naar zijn opening. Op pagina 148 heb je inmiddels samen met Jane de macht van taal en verbeelding verkend. Fandango zit nog ergens in je achterhoofd, en dan lees je – terwijl dat renpaard een fenomeen was van vóór Janes dagen, met Paul Sheringham voorgoed buiten bereik – dat:

“…it might somehow have been magically arranged, to stand, pressed close to him, by the rail, in the chill of the dawn, as the sun unfurled great fiery carpets across the downs and as Fandango drew close, nostrils flaring and steaming, hooves pounding.”

Het denkbeeldige weerzien met het renpaard (en Paul) komt onverwacht en is kort maar hevig. Filmisch en krachtig draaft het dier voorbij. Van een herinnering is de ochtend op de renbaan nu een mogelijkheid geworden, een omkering om het verleden te overwinnen. In Fandango heeft Swift een zinnebeeld geschapen van alles wat je ooit is ontglipt.

Lees Swift in het Engels
Het moet gezegd: net als de titel zijn ook de eerste twee zinnen vele malen mooier in het Engels dan in de Nederlandse vertaling (door Irving Pardoen). Sprookjes beginnen bij ons met ‘Er was eens’, maar ongetwijfeld vanwege die onmogelijke en archaïsche constructie is gekozen voor ‘Ooit’, waarin helaas de vertellerssymboliek vrijwel verloren gaat.
Er is het actieve “sneuvelden”, in een wat ongebruikelijk klinkende onvoltooid verleden tijd. De passieve constructie in het Engels (“were killed”) benadrukt impliciet slachtofferschap: de oorlog als natuurkracht die zo’n scherpe cesuur in de tijd plaatste.

“Made do” heet in de vertaling “zou beperken”, wat als inkeer kan worden opgevat en meer grip op de situatie suggereert dan het Engels (betekenis volgens Oxford Dictionary: “manage with the limited or inadequate means available”). Waarom niet ‘zich moest redden’?
En dan Fandango. In de vertaling is die tweede zin nog korter, maar de drie woorden staan precies andersom: “Fandango heette het.” De omgekeerde volgorde klinkt in het Nederlands natuurlijker en soepeler, jammer is wel dat er geen nadruk meer valt op de naam en je als lezer een extra pas nodig hebt voordat je op de dansvloer terechtkomt.
Lees Swifts roman. Lees hem stil voor jezelf, lees hem hardop, lees hem voor. Maar doe dat vooral in het Engels.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Hier zijn we

Moeders zondag