"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Op de hoogte van de vogels - verzamelde gedichten

Vrijdag, 2 juni, 2017

Geschreven door: Dirk Kroon
Artikel door: Onbekend

Gedichten van Dick Kroon

[Voorpublicatie] “Vanaf zijn debuut in 1968 heeft Dirk Kroon een lyrische toon gehanteerd, in liefdesgedichten, maar ook als het ging om verlies, zoals in Grondsporen (1978), een drieluik over de dood van zijn ouders en in de gedichten van De vogelvrouw, die soms mythische vergezichten openen. Altijd zoekt deze dichter de ander en het andere. De geesteshouding die hij daarbij aanneemt is die van wat zijn vroegere leermeester Victor E. van Vriesland noemde ‘het gerichte wachten’.

De vorm van zijn werk wisselt naarmate het onderwerp dit vraagt.  Kroon kan klassieke en verhalende verzen schrijven, naast een groot aantal korte gedichten in zowel vrije als strakke vorm. Op de hoogte van de vogels sluit af met poëzie over het ouder worden en eindigt in complexe helderheid. Dit werk vertoont een grote toegankelijkheid zonder aan diepgang te verliezen. Het is wijn die je kunt laten liggen.”

De Leesclub van Alles publiceert vier gedichten uit het zojuist verschenen verzamelende werk.

Boekenkrant

Spiegel

In de hal op marmerblad
de witte lelies voor een spiegel.
Oneven aantal altijd weer
verdubbeld tot de volheid
van een bloeiende illusie.

Ze staan er even ongemoeid
gelaten als het dalend water
waaruit ze leefkracht halen.
Bij avondval verspreiden ze hun geur,
elk etmaal sterker, zwaarder.

Alsof ze zich verzetten, vanavond al,
doordringen ze de huisbewoner
en zijn late gast van het moment
dat nu eens afscheid nemen,
dan weer doodgaan heet.

Geen waan, geen langgerekt
vertoeven. Wie het eind
eenmaal beseft –
geen werkwoord kan hem helpen,
geen voegwoord sluit zich aan.

Daar staan ze. Morgen
zijn ze ijler, waas
die niet meer wit is,
vochtig. De kelken druppen
tot ze leeg zijn, en breken.

(Spiegel, uit: Geruchten, Uitgeverij Bzztôh, ’s-Gravenhage, 1986)

De jaren samen

Wanneer ik later aan je denken moet
zoals je in de jaren samen bent geweest,
een warme zee of wiekslag, soms een feest,
lijkt alle pijn die wij ooit leden goed.

Het verleden wordt toch altijd zoet
– ik heb het telkens weer gevreesd –
wanneer ik later aan je denken moet
zoals je in de jaren samen bent geweest.

Wie zich herinnert, weet dat hij vergoed
verdwaald raakt in de doolhof van zijn geest,
dat het vergeten toesloeg als een beest.
Ik weet waarvan mijn leven afstand doet
wanneer ik later aan je denken moet.

(De jaren samen, uit: Deelgebieden, Uitgeverij Bzztôh, ’s-Gravenhage, 1992)

Herinnering

Een leven lang wees je erop
dat een mens zijn sterfelijkheid
onbevreesd moest onderkennen.

Nu je er elk uur van de dag
lijfelijk aan wordt herinnerd,
hoor ik je niet meer.

(Herinnering, uit: Vergeefs verweer, Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2016)

Thema met variaties 24b

Als dit alles moet zijn,
vertel dan maar hoe wij
fanatiek en levensziek
het niets aanvielen.

Als dit het laatste is,
verplaats je in de eerste droom
waarmee wij liefde deelden
om nooit meer dood te gaan.

(Thema met variaties 24b, uit: Sterveling, de gedichten van een babyboomer, Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2016)

Zie voor bio- en bibliografische gegevens: www.dirkkroon.nl