"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Order, order

Dinsdag, 7 juli, 2020

Geschreven door: Peter de Waard
Artikel door: Marcel Hulspas

Een soap, een komedie, een ramp

[Recensie] Eind 2018 bereikte Brexit zijn absolute dieptepunt. Eerste minister Theresa May was er half november in geslaagd om een akkoord met de EU te sluiten. Bijna tweeënhalf jaar na het referendum, tweeënhalf jaar van oplopende verwarring, leek er dan eindelijk een akkoord te liggen voor een ordelijk vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.

Er lagen afspraken over de rechten van expats, over de financiële afwikkeling (de Britten moesten nog 40 miljard pond betalen) en over een handelsakkoord. Althans, het Verenigd Koninkrijk zou op 29 maart 2019 uit de EU treden. Daarna hadden de Britten binnen de EU niets meer te vertellen. En daarna waren er nog 21 maanden, tot 1 januari 2021, om een dergelijk handelsakkoord op te stellen. Dat zou op zich al ongelofelijk snel zijn – maar dan was er nog het heikele punt van de Iers-Noord-Ierse grens. Die grens bestond niet meer maar zou in het geval van een handelsakkoord terugkeren – en als dat gebeurde, betekende dat het einde van de Goede-Vrijdagakkoorden die een einde hadden gemaakt aan de burgeroorlog in Noord-Ierland.

Maar wat de Britten ‘dus’ graag wilden, behoud van de open grens, was voor de EU ondenkbaar. Dat zou erop neerkomen dat zij ín de EU vrijhandelszone bleven met een brede baaierd aan zelfgekozen uitzonderingsposities die hen goed uitkwamen. Een dergelijke ‘oplossing’ was levensgevaarlijk voor de EU. Een sluwe oplossing was dus vereist. Als deze er op 1 januari 2021 nog niet was gevonden, zo had May afgesproken, dan trad de ‘backstop’ in werking: het Verenigd Koninkrijk bleef dan de facto tóch binnen de EU. Dan bleven alle EU-regels gelden tot er een oplossing was bereikt. Zonder dat de Britten binnen de EU nog iets te vertellen hadden.

May had het uiterste uit de onderhandelingen gesleept. Maar de details waren nog maar nauwelijks bekend of de brexiteers huilden van woede. Europa kon de onderhandelingen eindeloos rekken, zo werd gewaarschuwd. Het koninkrijk werd een ‘kolonie’ van Europa, aldus Boris Johnson. Een ‘slavenstaat’,  aldus de befaamde Jacob Rees-Mogg, de parlementariër die afkomstig leek uit vervlogen tijden en aanvoerder was van de brexiteers binnen de conservatieve partij. Rees-Mogg stuurde direct aan op het vertrek van May, maar kreeg de voor een interne stemming vereiste 48 medestanders niet bij elkaar.

Boekenkrant

Het daaropvolgende debat in het Lagerhuis, in de week van 4 december, maakte duidelijk dat het akkoord geen schijn van kans had. May trok het weer in en vertrok naar Europa, om te kijken of daar nog iets te halen was. Ondertussen waren er nu wél voldoende ontevredenen om een afzettingsprocedure tegen May te starten. Daarbij bleek dat een derde van de conservatieve MP’s haar weg te willen hebben. Niet voldoende om May daadwerkelijk af te zetten maar ze moest beloven dat ze zich niet herkiesbaar zou stellen.

Zelden was een Britse premier zó diep vernederd. En het werd erger. Er volgde een tweede stemming op 10 januari. Dit keer had het Lagerhuis bedongen dat als het plan opnieuw werd weggestemd, May binnen drie dagen met een alternatief moest komen. (De tijd drong, vond men.) De stemming volgde op 15 januari. 432 Lagerhuisleden waren tegen, 202 vóór. Dat betekende dat 188 conservatieven haar lieten vallen. Het was de grootste nederlaag voor een regering in de hele Britse parlementaire geschiedenis. En er was geen alternatief. En het Lagerhuis weigerde akkoord te gaan met geen deal, met de no-deal oplossing. May vertrok weer en kreeg in Brussel nog een ‘inlegvel’ los waarin beloofd werd dat de backstop door middel van arbitrage beëindigd kon worden. Die ‘nieuwe versie’ werd op 12 maart in stemming gebracht en weggestemd. May moest weer naar the continent, dit keer om uitstel te vragen. De Europese leiders toonden medelijden en Brexit verschoof naar 31 oktober 2019. Bij de verkiezingen van 3 mei stortte de conservatieve partij ineen. Drie weken later maakte May haar vertrek bekend. Anderhalve maand later werd Boris Johnson op het zwaard gehavende schild gehesen.

Brexit is nog steeds geen verleden tijd. Johnson liep snel vast, forceerde verkiezingen, won overduidelijk en sleepte de May-deal door het Lagerhuis. En hij beloofde een handelsakkoord. Dat is er nog steeds niet, maar het moet er eind dit jaar zijn anders is er alsnog sprake van een no-deal, met alle gevolgen van dien voor de Britse economie en voor de vrede in Noord-Ierland.

Maar de eerste gevolgen van deze politieke ramp zijn al zichtbaar. Brexit heeft de interne samenhang van het Verenigd Koninkrijk ernstig verzwakt. Schotland wil zijn eigen weg gaan. Brexit heeft een enorme chaos veroorzaakt binnen zowel Labour als de conservatieve partij. De scheidslijnen pro en contra liepen dwars door beider electoraat, en ze zijn zeker niet geheeld. ‘Europa’ was altijd al een heikel onderwerp en zal dat straks allen maar méér zijn. En daarnaast heeft Brexit de zwakten aan het licht gebracht van het Britse parlementaire systeem. Ruim zeshonderd ongeleide projectielen, opgejaagd en meegesleurd door een handjevol opgeblazen ego’s, duwden het Koninkrijk stukje bij beetje naar de rand van de afgrond.

Trots was men daar op de ‘moeder der parlementen’. Die trots is vervlogen. Trots was men op de oude tradities, het ontbreken van regels en de vaak ongedwongen, vrijpostige sfeer tijdens debatten. Het Lagerhuis is geen saaie praatclub, ze werd gezegd. Het is “het enige gratis theater in Londen,” zo schrijven Peter de Waard en Patrick van IJzendoorn. Dat moge zo zijn, maar politiek is geen theater. Ze beslist immers over de levens van duizenden. De Waard en IJzendoorn zijn duidelijk over wat er al die tijd daar gebeurde:

“Effectbejag is belangrijker dan zakelijkheid. Persoonlijke aanvallen krijgen meer aandacht dan inhoudelijke opmerkingen. Er wordt altijd op de man – of op de vrouw – gespeeld.”

Maar dat zijn in hun ogen geen verwijten. Als journalisten (correspondenten aldaar voor de Volkskrant) kunnen ze dat theater juist waarderen. En met graagte citeren. Net zoals ze ook met graagte de koppen van de Britse tabloids citeren, (40 billion to be a EU colony) en ook niet terugschrikken voor de clichés die in dezelfde Britse media de ronde deden als het ging om Europa. De EU-onderhandelaar Jacques Barnier wordt door hen een ‘regent’ genoemd, en de Franse president Macron is “nooit te beroerd om zich vijandig op te stellen tegen het perfide Albion.” En zo gaat het maar door.

Naar wat meer bezonken reacties en analyses zoekt men tevergeefs in Order Order! Dat maakt het natuurlijk een heel vermakelijk boekje. Een bondige samenvatting van de waanzin die in een trage golf over ons werd uitgestort. Maar al die verdachtmakingen, hatelijkheden en woordspelingen verbergen wat er werkelijk gebeurde. De Waard en IJzendoorn spreken dan weer van een soap, een komedie, een tragedie, een theaterstuk, en ga zo maar door. Daar leek het inderdaad op. Maar schijn bedriegt. Brexit was, en is, vooral een kolossale ramp voor de Britse politiek en economie. En dat alles omdat uit eng nationalisme, opgeklopte angst voor Oost-Europese arbeidskrachten en omdat (in de wijze woorden van de gehate Tony Blair, geciteerd op de achterflap) “politici van beide partijen en van de jaren vijftig tot nu hebben gefaald de realiteit van de Europese integratie te begrijpen.”

Eerder verschenen op Sargasso