"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Overpeinzingen

Dinsdag, 27 oktober, 2020

Geschreven door: Zadie Smith
Artikel door: Marnix Verplancke

Corona als tijdperk van minachting

Naar het voorbeeld van de Romeinse keizer Marcus Aurelius zette Zadie Smith een reeks overpeinzingen op papier. Hij dacht na over de oorlog, zij over corona. Wat deed de pandemie met haar, vroeg ze zich af. Kon ze er zich boven plaatsen, zoals die oude Romein dat deed?

[Recensie] In de twintig jaar dat Marcus Aurelius tussen 161 en 180 keizer was van het Romeinse Rijk, beleefde hij slechts een paar momenten van rust en vrede. Kwamen de Germanen niet in opstand, dan diende het Parthische Rijk het hoofd geboden te worden of poogde een of andere gouverneur de macht te grijpen. Een en al miserie, zou een andere keizer misschien gedacht hebben alvorens zijn geduld te verliezen, maar niet zo Marcus Aurelius, want deze veldheer bij dag was ook filosoof bij nacht. Het komt erop aan altijd in lijn te leven met de natuur en de rede, deed hij de klassieke stoïcijnse filosofie alle eer aan, en bedachtzaam en terughoudend te handelen.

Marcus Aurelius zette zijn gedachten op papier in het boek Overpeinzingen, een klassiek werk uit de westerse filosofie dat Zadie Smith las nadat haar wereld overrompeld werd door corona. Zij die dacht als schrijfster een beetje buiten de wereld te leven, realiseerde zich opeens dat ze er middenin stond. In haar Overpeinzingen beschrijft ze bijvoorbeeld hoe ze na de uitbraak van het virus net als veel andere welgestelden samen met haar gezin New York ontvluchtte. Het was geen heldendaad, beseft ze, en Marcus Aurelius zou er haar ook niet voor gefeliciteerd hebben, maar in de buurt van haar moeder en broers, in Groot-Brittannië dus, voelde ze zich uiteindelijk toch veiliger.

Een schrijver, probeert ze haar vluchtgedrag te vergoelijken, is een machtswellusteling. Zijn artistieke creativiteit is in feite niets meer of minder dan een poging om de wereld in een keurslijf te vatten en er zo macht over te krijgen. Het virus confronteerde haar echter met de realiteit dat de wereld zich niet langer in een keurslijf liet dwingen en onderwerping eiste, en dat was een bittere pil om slikken.

Boekenkrant

Afgaand op wat Zadie Smith in haar Overpeinzingen schrijft, was corona voor haar op meer dan een vlak een hardhandig ontwaken. Niet alleen ging ze beseffen dat ze zich al heel lang voor de wereld probeerde te verbergen en dat dit niet langer lukte, ze zag ook in hoe bevoorrecht ze altijd was geweest. Zij kon lekker makkelijk terugkeren naar haar geboorteland en daar haar schrijversactiviteiten verderzetten, maar wat met de uitbater van het massagesalon waar ze om de twee dagen naartoe ging? Die stond met gefronste wenkbrauwen naar buiten te staren omdat hij opeens veel minder klandizie had, maar wel verantwoordelijk bleef voor het inkomen van zijn vijftien werknemers. Hij kon niet vluchten. Hij zat gevangen in het besef dat hij over een week niet langer de huur van zijn salon zou kunnen betalen en daardoor failliet zou draaien. Geconfronteerd met deze harde realiteit kon Smith niet anders dan zich geprivilegieerd voelen, en ook wel een beetje nep. De politieke activiteit van de schrijver is altijd geleend, schrijft ze, en een schrijver zal nooit een arbeider worden, want “het volk eist soms verandering, maar het eist bijna nooit kunst”.

Over privileges heeft Smith het trouwens wel vaker in dit al bij al lezenswaardige boekje waarvan de opbrengst naar het goede doel gaat. Corona is tot op zekere hoogte echt een gelijkmaker, merkt ze op, vooral psychologisch dan, omdat het virus mensen met hun leed confronteert en leed nooit relatief is. Wanneer je het over ras of klasse hebt, kun je je persoonlijke situatie vergelijken met die van iemand anders, maar ieder leed is uniek en onleesbaar.

In veruit het indrukwekkendste hoofdstuk van Overpeinzingen legt Smith een link tussen de wijze waarop Boris Johnsons raadgever Dominic Cummings zijn inbreuk tegen de lockdown probeerde goed te praten en de dood van George Floyd. Beide zijn een uiting van minachting, schrijft ze. Cummings wist dat hij positief had getest en ziek was en reed toch van zijn huis in Londen naar de boerderij van zijn ouders in Durham. Toen hij aan de beterhand was, reed hij ook nog eens vijftig kilometer om een kasteel te bezoeken. Het was om te zien of hij fit genoeg was om terug naar huis te keren, legde hij uit, wat volgens Smith getuigt van een enorme minachting voor de mensen die zich wel aan de lockdown hielden. En net zo was de dood van Floyd dus een gevolg van de minachting van een bepaalde klasse tegenover een andere. Zal corona iets veranderen aan die minachting en zal de wereld ontwaken als een betere plek? Smith gelooft er niet in, lezen we in dit boek waarin ze zich van haar bedachtzaamste en terughoudendste kant laat zien, en waarin ze ook bekent nog lang geen Marcus Aurelius te zijn.

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur:

Het verbond

Grand Union

Swing time

Auteur:
Zadie Smith
Categorie(ën):
Literatuur