"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

[Plak hier uw titel]

Dinsdag, 15 februari, 2022

Geschreven door: Daniël Dee
Artikel door: Nora van Arkel

Vergeten en genieten

[Recensie] De nieuwste bundel [de recensie is uit 2019] van Daniël Dee heeft geen titel: op het omslag staat slechts Plak hier uw titel. De eerste vier pagina’s bestaan uit stickervellen met mogelijke titels. Een vernuftige manier om kritiek te leveren op de maatschappij vol keuzestress, waarin zelfs Netflixfilms vragen om een eigen inbreng. Een vergelijking met Netflix gaat ook op wanneer de lezer in het colofon al gewaarschuwd wordt voor de narigheid die komen gaat: “Kan angst of spanningen veroorzaken. Bevat scheldwoorden en/of beledigend taalgebruik.” Deze (zelf)kritische ondertoon zet Dee van begin tot eind door: 

Dit perspectief werkt zowel op de lachspieren als op de sympathiegevoelens: het personage dat in de meeste gedichten als ‘ik’ wordt opgevoerd krijgt weliswaar een vleugje zelfmedelijden, maar wordt vooral bekeken met een meedogenloos harde blik: “wie zorgt er voor de boze blanke veertiger wanneer hij in zijn onmacht woest / dingen zegt die hem afstotelijk seksistisch maken”. Dees kracht ligt in de onverbiddelijkheid waarmee hij de treurigheid van menselijke verlangens opvoert en tegelijk invoelbaar maakt. Begrip, afschuw, verwondering en hilariteit komen samen in een grimmige wereld waarin de buurman eindeloos ge-sms’t wordt, om maar wat aandacht van een ander menselijk wezen uit te lokken.

Soms lijkt Dee zich te gaan verliezen in grootse uitspraken, maar de lezer wordt voor hij het zelf door heeft abrupt weer de schrijnende werkelijkheid ingetrokken, zoals in Het heilloos spoor der kwaden zal nooit vergaan, dat begint met: “de aarde en mijn lichaam verschillen momenteel niet veel van elkaar.” Drie regels verder staat: “het gaat nog goed dus we gaan gewoon door alsof er niets aan de hand is / terwijl de temperatuur zowel globaal als van mijn gemoed stijgt tot kritische hoogte.”

Het sterkst is Dee in De vriendelijke dokter probeert alleen wat tips te geven, waarin twaalf adviezen worden gegeven die beter niet opgevolgd kunnen worden, bijvoorbeeld: “kus nooit langer in het openbaar/ dan de tijd die nodig is voor je bagage om gejat te worden.” Zoals veel van de situaties die Dee beschrijft, zijn deze adviezen zo herkenbaar dat je wel móet lachen, al is het met enige weerzin. Het vijfde advies luidt: “steek een hoek van het dekbed in de hoek van het dekbedovertrek steek de andere hoek van het dekbed in de andere hoek van het dekbedovertrek vouw het dekbed dubbel schop de hele warboel uit frustratie in een hoek van de slaapkamer begin met drinken ongeacht het tijdstip.”

Boekenkrant

Ondanks de harde toon en de soms ietwat platte onderwerpen, heeft deze bundel de nodige diepgang; de drang van de ‘ik’ om de eigen misstappen te vergeten en maar toch te proberen iets van het leven te maken, zij het in beschonken toestand, sijpelt door de regels heen. Het taalgebruik is helder, maar de onderliggende gevoelslaag is duister en soms angstaanjagend. In het gedicht Zoveel te doen schrijft Dee herhaaldelijk: ‘van de dag genieten uit alle macht genieten’, wat zo doordrenkt is van een spastisch ‘moeten’, dat het genieten een onmogelijkheid wordt. Hetzelfde geldt gelukkig niet voor de bundel zelf. J.D. Salinger schrijft in [Plak hier uw titel] wanhopig gezocht, maar nog niet gevonden wordt in het intermenselijke aspect. Zolang Dee in ieder geval zo sterk over deze zoektocht blijft schrijven, lees ik maar al te graag mee.

Eerder verschenen op Poëzieclub

Boeken van deze Auteur: