Werken voor de lekkere dorst
[Recensie] Wie dorst heeft, weet de kraan te vinden. En voor de lekkere dorst zijn er supermarkten, kroegen en slijterijen. Maar deze overvloed aan drankgelegenheden heeft natuurlijk niet altijd bestaan. Wie vroeger dorst – gewoon dorst, geeneens lekkere dorst! – moest vroeger heel wat werk verzetten om de dorst te kunnen lessen zonder ziek te worden.
Historicus en vinoloog Mariëlle Beukers bracht in totaal 27 recepten voor historische drankjes bijeen in Punch, kandeel en clairet, variërend van siropen tot wijnen en medicinale dranken. Elk recept is vergezeld door een korte inleiding en een hedendaagse update van het origineel. Althans, voor zover de gezondheidsnormen dat toelaten: de cyanide in de ‘Eu de ma tante’ zal bijvoorbeeld heel levensjaartjes van heel wat wat tantes af hebben gesnoept.
De recepten worden opgebroken door korte paragrafen met wat historische trivia. Leuk om te lezen is bijvoorbeeld dat Schiedam in 1796 één brandewijnstokerij op elke 57 (!) inwoners telde, of dat het een fabeltje is dat middeleeuwers kruiden gebruikten om de smaak van bedorven wijn te maskeren. Het gebruik van kruiden had veel meer te maken met status. Dat kruidenwijnen eerder statusverhogend dan smaakverhogend functioneren, blijkt overigens wel uit Beukers opmerking dat men zich bij het maken van een kruidenwijn wel een lekkere wijn mag permitteren, maar dat een chique fles van een paar tientjes nu ook weer niet nodig is.
Of elk drankje in Punch, kandeel en clairet even lekker is, is dus nog maar de vraag. Het weelderige aanbod aan lekkeredorstlessers maakt van het boek misschien geen verplichte aanschaf, maar biedt zeker interessante aanknopingspunten voor geïnteresseerde historici – of experimenteerdriftige brouwselmakers.
—
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles
