"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Slaap zacht, Johnny Idaho

Dinsdag, 10 februari, 2015

Geschreven door: Auke Hulst
Artikel door: Suzanne van der Beek

Mensen in een onmenselijke wereld

In zijn vorige boek, het veelgeprezen Kinderen van het ruige land, keek Auke Hulst terug in de tijd naar zijn jeugd op het Groningse platteland. In zijn nieuwste boek, Slaap zacht, Johnny Idaho, waagt hij juist een blik vooruit, op een toekomstige samenleving die gebaseerd is op onze zucht naar technologische vooruitgang en onze scheve kapitalistische verhoudingen. We volgen drie personages die hun weg moeten vinden in Hulsts dystopische wereld. Een biomedica, een CEO en een illegale immigrant vechten voor hun plek in deze brave new world. Hulst waagt zich aan een thematiek die gemakkelijk uit de bocht kan vliegen, maar weet toch de mens achter de machine te behouden.

Ik ben geen groot fan van sciencefiction. Ondanks de bijna onbeperkte mogelijkheden die het genre suggereert, ziet vrijwel elk beeld van de toekomst er hetzelfde uit. Waar het genre wel in uitblinkt, is juist het bekritiseren van het heden. Het is daarmee een uitstekend vehikel voor maatschappijkritiek. Ook Hulst lijkt ons een spiegel voor te houden, onder meer doordat hij in zijn nawoord benadrukt geprobeerd te hebben ‘zo dicht mogelijk bij de huidige ontwikkelingen’ te zijn gebleven. Een nobel streven uiteraard, maar zoals veel sciencefiction levert het niet per se verrassende scenario’s op.

Blik op de toekomst

Ondanks de maatschappijkritische intentie is het duidelijk dat Hulst plezier heeft gehad in het fantaseren over de Archipel, de futuristische eilandengroep in de Stille Oceaan waar  zijn verhaal zich afspeelt.  Als een kind in een snoepwinkel grijpt hij om zich heen voor de mogelijke technologische en politieke speeltjes in het dagelijks leven van de toekomst: 3D-printers, betalen met vingerafdruk, mondkapjes, Asimo’s, weblenzen, het Steve Jobsplein, etc. En dit alles uiteraard verbonden met  Hulsts versie van Big Brother, Good To Know You!™ (‘Op de uitkijk voor jou.’), die in het dagelijks leven wordt belichaamd door zogenaamde Pleasers en rondzoevende Ogen. De macht is uiteraard opgekocht door slinkse bankiers, die vanaf hun eigen eiland (Executive) de Archipel aansturen middels meetings vol stoeremannenpraat in veel te dure restaurants.

De scifi is met name in het begin ietwat te opzichtig; sommige hoofdstukken lijken geen andere functie te hebben dan het presenteren van de nieuwe snufjes die deze wereld biedt. Meestal echter weet Hulst zich snel te herpakken. Zoals in deze korte, benauwende passage over een zakenman en zijn schoonmaakrobot.

Boekenkrant

“Je vergeet een stukje,’ zegt Gerson, wat de Asimo in de war lijkt te brengen. Elke dag dezelfde grap – hij is nauwelijk minder machine dan de machine zelf.’

En soms ook weet hij het als speldenprikken in zijn beschrijvingen te verbergen: ‘De zon schijnt, de hemel is anime-blauw, er fladderen vogels en vlinders rond.’ De kracht van Hulsts roman schuilt dan ook niet zozeer in zijn uitwerking van een kritisch genre of het scheppen van een inzichtelijk beeld van onze wereld, maar des te meer in het schetsen van de plek voor individuele mensenlevens binnen deze grotere contouren.

Mensen in een onmenselijke wereld

Met grote zorg vertelt Hulst het verhaal van drie verschillende personages. Twee van de hen, de biomedica Hatsu Hamada en de CEO Willem Gerson, zijn al thuis in deze wereld van strakke oppervlaktes en vriendjespolitiek. Johnny Idaho daarentegen is als illegale immigrant een nieuwe speler en leert snel dat deze nieuwe wereld niet gebouwd is voor mensen. Alle drie, echter, worstelen ze met al te menselijke angsten en verlangens. Twee van deze thema’s die Hulst mooi uitwerkt zijn de spoken uit het verleden en de angst voor de dood. (Interessant genoeg laat Hulst het voor de hand liggende thema ‘liefde’ voor een groot deel buiten beschouwing.)

In een wereld die zich uitsluitend richt op het heden en de toekomst zijn degenen zonder verleden koning. Onze drie gidsen in deze wereld worden echter achtervolgd door trauma’s en zijn getekend door hun verleden. Bij Johnny Idaho is dit ook van buiten te zien: een groot litteken dat over zijn gezicht loopt herinnert aan de meest traumatische gebeurtenis in zijn korte leven. Deze wond moet letterlijk worden weggewerkt met grime voor hij toegang kan krijgen tot de hogere rangen van de Archipel. Hier is namelijk geen ruimte voor wonden en afwijkingen. (‘Waar zijn de barsten? Waar is nog schaduw? Er is alleen maar licht dat afketst op te gladde oppervlakken.’) Maar ook onzichtbare littekens werpen sociale blokkades op. Hatsu’s onverwerkte relatie met haar overleden vader houdt haar tegen zich volledig te geven aan het ontwikkelen van haar revolutionaire medicijn tegen de dood.

Ook in de toekomst is de grootste strijd van de mens die tegen zijn eigen sterfelijkheid. Dood is de ultieme gelijkmaker en de dood is daardoor ook met name beangstigend voor diegenen die het meest te verliezen hebben. In dit boek is dat de steenrijke Willem Gerson. Gerson gebruikt al zijn geld en macht om ook deze grootste tegenstander uit te schakelen en daarmee de sociale verdeling in de wereld definitief te verzegelen. Dit doet hij door te investeren in Sisyphus, waar gewerkt wordt aan een medicijn tegen de dood.

“De dood, de angst voor de dood, is het enige wezenlijke wat mensen in elkaar kunnen begrijpen. [..] Pas wanneer Sisyphus levert, als er een definitieve scheiding tussen de stervenden en de levenden ontstaat, tussen zij die kort flakkeren en zij die zich verheffen tot de maat van de kosmos. Als Gerson iets geleerd heeft is het dit: je moet zorgen dat je tot de groep behoort die toekomst maakt. Zo niet, dan beland je zonder pardon aan gene zijde van het hek.”

Gersons grootste angst wordt prachtig verwoord door de eerste zin van het boek: ‘Er heeft een diertje door de sneeuw gelopen. De sporen zijn er nog, maar het diertje is weg.’

Zo snijdt Hulst dan toch een belangrijk maatschappelijk probleem aan: hoe zorgen we ervoor dat medicijnen en dus gezondheid niet het voorrecht worden (of blijven) van de rijksten onder ons? Hulst laat zien hoe de levens van de mensen zonder stem of geld gemakkelijk worden vergeten, hun dood zelfs gemakkelijk kan worden gemanipuleerd door de machthebbers. Terwijl deze machthebbers zelf steeds meer overtuigd raken van hun recht de dood te overwinnen. ‘Hij is Willem Gerson en hij weigert te sterven.’

Er is veel braaf aan deze roman: de verdeling van de personages, de drie uitgezette plots die keurig naar elkaar toe bewegen, zelfs de lappendeken van voorspelbare scifi-trucjes die het decor van het boek vormen. Toch weet het boek de aandacht vast te houden en het voorstellingsvermogen te prikkelen. Juist door te laten zien dat een maatschappij zich misschien aan geld en technologie kan uitleveren, maar dat mensen toch altijd menselijk zullen blijven. En dat littekens, angsten en idealen behouden moeten worden willen we onze menselijkheid waarborgen.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: