"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Twee vrouwen

Dinsdag, 21 oktober, 2008

Geschreven door: Harry Mulisch
Artikel door: Dinie Schoorlemmer

Alle vrouwen zijn lesbies behalve zij die het nog niet weten

Wat kan het verassend zijn om een boek te lezen voor de tweede keer. Mijn editie van Twee vrouwen dateert van 1976. De tweede feministische golf had Nederland overspoeld en vrouwen waren niet langer geïnteresseerd in de door mannen gedomineerde literatuur.
‘Alle vrouwen zijn lesbies behalve zij die het nog niet weten’ was een slogan die zich rondzong in de vrouwenbeweging. Mannen werden onzeker, terwijl tussen vrouwen verhoudingen bloeiden in variaties die daarvoor niet denkbaar waren.

En toen, in 1975, publiceerde Harry Mulisch, die sinds Het stenen bruidsbed (1959) al jaren vooral non-fictie had geschreven, een liefdesroman met de titel: Twee vrouwen. Daar was lef voor nodig maar daaraan heeft het Mulisch nooit ontbroken. Ik herinner me van die eerste lezing vooral mijn ongeloof dat een manlijk auteur over dit onderwerp zou kunnen schrijven. En nu besef ik het vooroordeel waarmee ik Twee vrouwen heb gelezen én hoe feilloos Mulisch de tijdgeest heeft gevangen.

Het verhaal is eenvoudig. Laura, de vijfendertigjarige ik-verteller, heeft een aantal jaren kunstgeschiedenis gestudeerd en is nu museumconservator. Ze woont in Amsterdam en is gescheiden: haar huwelijk met Alfred Boeken, een kunstcriticus, bleef kinderloos. Op een koude zaterdag in februari ziet Laura een meisje staan voor de etalage van een juwelierswinkel en Laura, die ‘nooit iets met vrouwen heeft gehad’, knoopt een gesprek met haar aan. Ze heet Sylvia, is kapster, komt uit Petten en doet een dagje Amsterdam. Laura nodigt haar uit om bij haar thuis iets te drinken en nog voor de eerste zelfgedraaide sigaret is opgerookt vraagt Sylvia ’zullen we in bed gaan liggen?’

Terwijl Laura de gordijnen sluit, mompelt ze de beginregels uit de proloog van Dante’s Goddelijke Komedie waarin de verdwaalde pelgrim weer bij zinnen komt in een donker woud.

Boekenkrant

‘[…] in het donkerrode licht, dat door de gordijnen kwam, keek zij mij aan met haar duim in haar mond.. Zij was slank als de hiëroglyphe, rondom ons achter de gordijnen en de muren lag de stad in de winter.

“Zou je niet een plaatje opzetten?” vroeg zij.’

Laura moet zoeken naar geschikte muziek want beseft onmiddellijk dat ze niet met Monteverdi of Satie kan aankomen. Ondanks het verschil in achtergrond begint hier de geschiedenis van Twee vrouwen die van elkaar gaan houden, maar wier liefde door jaloezie en bedrog ten onder zal gaan. Sylvia verlaat Laura om zwanger terug te komen. Alfred is de verwekker. Hij kan niet verkroppen dat Sylvia terugkeert naar Laura en neemt wraak.

Het verhaal is echter ook gecompliceerd en bij herlezing is dit de tweede verassing. Het boek is één lange terugblik van Laura die naar haar gestorven moeder in Nice rijdt. Tijdens de autorit wordt het verhaal verteld van de verhouding met Sylvia, waarbij figuren uit de mythologie en iconologie hun onvermijdelijke rol spelen. In die zin is Twee vrouwen een typische Mulisch-roman. Zelfs de Carceri van Piranesi, die met zijn trappartijen, bruggen, bogen en koepels later een rol spelen in De ontdekking van de hemel, komen hier al voorbij.
Verder kijkt Laura terug op haar jeugd, haar geliefde, intellectuele vader die haar ooit vertelde:

‘“Je moet eens opletten. Als je iets zit te schrijven en je legt je pen even neer, kijk dan hoe hij ligt. Als je hem met de punt van je af hebt neergelegd, dan is dat een teken dat je goed bezig bent. Ligt hij met de punt naar je toe, dan is er iets niet in orde. Dan kun je beter ophouden.”’

Ze denkt ook na over de moeizame relatie met haar moeder, van wie ze als kind al weg wou fietsen. ‘Hoe ver kan Weg nog zijn,’ vraagt het tienjarige kind zich dan af en die vraag is haar hele leven een grote rol blijven spelen. Aan het eind van de autorit lijkt het nog een kwestie van tijd voordat ze ook uit haar eigen leven zal ‘wegrijden’.

Het personage van Laura komt goed uit de verf, maar Sylvia, die met haar impulsief handelende aard probeert om Laura het felbegeerde kind te schenken, blijft aan de oppervlakte. Misschien verhoogt dit echter wel het mythische karakter, want Laura zegt daar over: ‘Het was bijna geen mensenwerk meer, wat zij deed’ en legt het daarmee bij de goden.

Twee vrouwen blijft de moeite van het lezen meer dan waard. Als Mulisch tijdens het schrijven ervan de pen even heeft neergelegd, zal deze beslist in de goede richting hebben gewezen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De zuilen van Hercules

Siegfried

De ontdekking van de hemel

De oer-aanslag