"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Twee vrouwen

Zaterdag, 25 oktober, 2008

Geschreven door: Harry Mulisch
Artikel door: Lotte Brugman

Een groot mysterie

Krijg je Nederland hiermee aan het lezen? Die vraag bleef door mijn hoofd spelen toen ik Twee vrouwen herlas in het kader van ‘Nederland leest’ en is niet eenvoudig te beantwoorden. In de eerste plaats blijft het natuurlijk gissen naar de motieven om juist dit boek in heel het land uit te delen. Ikzelf kan maar twee redenen bedenken: (1) Meer aandacht voor homoseksualiteit en/of de visie op homoseksuele relaties begin jaren ’70, of (2) een laatste poging om het deel van Nederland dat nog geen kennis heeft gemaakt met de werken van Mulisch, ertoe te bewegen om dan toch eindelijk eens een boek van hem ter hand te nemen.

Om met dat laatste te beginnen: Twee vrouwen bevat veel elementen die het werk van Mulisch kenmerken en lijkt daarmee geschikt om lezers daar kennis mee te laten maken. Het boek past precies in elkaar. Het is een prachtige puzzel zonder ontbrekende stukjes, zoals ook Mulisch’ bekendste werk De ontdekking van de hemel dat is. En net als andere werken van Mulisch is Twee vrouwen doorspekt met verwijzingen naar de klassieke mythologie. Ik vraag me wel af of dat geen te hoge drempel opwerpt voor lezers die hun kennis net als ik in meer of mindere mate tekort voelen schieten. Nu heeft de CPNB dit probleem proberen te ondervangen door in de makkelijk-lezen-versie moeilijke namen als Orfeus te schrappen, maar met deze aanpassingen om het boek makkelijker te laten lezen, wordt naar mijn idee te sterk ingegrepen in opbouw, gelaagdheid en structuur van het boek.

Wat het thema homoseksualiteit of homoseksuele relaties betreft: begin jaren ’70 zal een relatie van Twee vrouwen vanzelfsprekend het nodige stof hebben doen opwaaien. Alfred, Laura’s ex-man, reageert karakteristiek op haar nieuwe relatie met Sylvia, wat tot een prachtig telefoongesprek leidt. Alfred doet alle mogelijke moeite om Laura onderuit te halen, maar zij verdedigt zich sierlijk. Een bokswedstrijd met woorden:

‘“Mooi is dat. Hoe lang is die vertoning aan de gang?”
“Ja, jij kunt natuurlijk alleen in vertoningen denken. Het is helemaal geen vertoning. Het is een heel bijzonder meisje en ik ken haar sinds een maand of twee. Wat kan het je eigenlijk schelen?”
“Hoe oud is ze?”
“Windt het je op als ik zeg dat ze zestien is? Of hoor je liever zesentwintig?”
“Het windt mij niet in het minst op.”
“Daar ben ik niet zeker van, Alfred.”
“Wat doe je eigenaardig. Ik dacht dat ze jou misschien zou opwinden.”
“Daar heb je dan gelijk aan. Ze is twintig.”
“Volgens mij klopt er niets van die hele affaire. Je bent helemaal niet lesbisch.”
“Gebruik dat woord dan niet.”
(…)
“Het is ook niet zo“n compliment aan mijn adres.”
“Daar hebben we het. Kijken ze met een rare blik in hun ogen naar je, als ze beweren dat ik lesbisch ben geworden? Als je het mij vraagt denken ze, dat de mannen mij na jou de neus uitkwamen.”’

Boekenkrant

Hoewel ik vrees dat men in sommige kringen nog altijd op zo’n clichématige manier reageert op homoseksuele stellen, hoop en denk ik dat die kringen inmiddels aardig in de minderheid zijn en dat wijze waarop het thema in dit boek aan de orde komt daarom behoorlijk gedateerd is. Maar al te makkelijk zal de door de CPNB zo gewenste discussie niet over homoseksuele verhoudingen of die tussen man en vrouw gaan, maar over de visie op die thema’s in de jaren zeventig.

Het helpt niet dat de personages ook elders in het boek iets schematisch houden. Alfred is dus de gefrustreerde rivaal, helder, maar vooral Sylvia blijft een mystiek figuur, de onkenbare ander – de stereotypische vrouw? Ze is een nimf die Laura’s leven op een onbewaakt moment komt binnenwandelen en het op zijn kop zet. Ze lijkt lak te hebben aan alles en iedereen, maar doet de grootst mogelijke moeite om haar relatie met Sylvia voor haar ouders in Petten verborgen te houden. Ze verbindt, impulsief, grootse consequenties aan een zijdelingse opmerking en dat kost haar uiteindelijk het leven. Maar wie zij nu eigenlijk is, blijft onduidelijk. Laura is en blijft totaal overrompeld door het feit dat haar nieuwe liefde een vrouw is en kan niet genoeg benadrukken dit nooit eerder is voorgevallen en dat zij eigenlijk helemaal niet lesbisch is. De vraag blijft waarom. Wordt het daarmee minder ‘erg’?

Toegegeven: Twee vrouwen is een goed, gelaagd en spannend boek waarin een lesbische relatie centraal staat, maar zijn er sindsdien geen andere boeken geschreven die het thema aan de orde stellen zonder zoveel slagen om de arm te nemen? In het katerntje met leestips bij het gratis boek staan bijvoorbeeld Karin Gipharts Maak me blij en Doeschka Meijsings Over de liefde genoemd en zelf zou ik gekozen hebben voor De verborgen prins van Sofie Mileau. Maar ja, die die boeken zullen niet klassiek genoeg zijn.

Ik juich van harte toe dat men Twee vrouwen nog eens afstoft, maar ik ben wel bang dat de vele verwijzingen naar klassieke thema’s en de weinig moderne, wat afstandelijke behandeling van de relatie tussen Laura en Sylvia voor veel mensen in de weg zullen staan aan de waardering van het boek an sich. Het is, met andere woorden, geen boek dat ik aan een ‘literaire leek’ zou geven om hem te bekeren. Heel ‘Nederland leest’, maar begrijpt heel Nederland het ook?


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De zuilen van Hercules

De oer-aanslag

De procedure

Siegfried