"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vrouw met bloem zoekt man met baard

Woensdag, 7 april, 2010

Geschreven door: Floor Westerveld
Artikel door: Carmen Meuffels

Kinderlijke chicklit komt feelgoodbelofte niet na

Vrouw met bloem zoekt man met baard. Het lijkt wel een contactadvertentie, maar in de debuutroman – met autobiografische elementen – van Floor Westerveld is het een zin die hoofdpersoon Bobby van Kesteren schrijft in een column voor De Pers, nadat ze er achter is gekomen dat de man op wie ze verliefd is al een relatie heeft. Zonder dat hij haar dat heeft verteld. Met die twee zinnen is de plot samengevat: Bobby probeert de onbereikbare maar des te leukere Thomas uit haar hoofd te zetten en, wanneer dat niet lukt, ervoor te zorgen dat hij voor haar kiest.

Voordat de ontwapenende Bobby de bebaarde Thomas leert kennen, scharrelt ze met haar collega Marnix, die nooit direct terug sms’t en haar altijd alleen na elf uur ‘s avonds wil zien. Hoewel Bobby weet dat ze met deze man nooit een serieuze relatie zal krijgen, kan dat haar er niet van weerhouden elke vrije minuut haar telefoon te checken. Om er vervolgens achter te komen dat ze weer geen bericht heeft. Bobby’s hoop en de daaropvolgende teleurstelling zijn pijnlijk herkenbaar, evenals de afspraken die zij met zichzelf maakt om niet compleet wanhopig over te komen:

‘Hij reageert nooit direct. Bobby van Kesteren, beloof me, als je voor vanavond geen sms terug hebt ontvangen, dan stuur je zelf ook niets meer. Nooit meer. Het is meer dan genoeg geweest. Afgesproken?’

De ontevredenheid over de staat van haar liefdesleven groeit, en dan ontmoet Bobby op een boot de ietwat alternatieve Thomas. Het is liefde op het eerste gezicht. Alles klopt: ze voelen elkaar aan alsof ze elkaar al jaren kennen, en hij maakt haar aan het lachen. Maar wederom wordt Bobby’s hoop de grond in geboord: haar nieuwe vlam, die zich gedurende hun eerste ontmoeting voordeed als beschikbare vrijgezel, blijkt al twee tandenborstels in zijn badkamer te hebben staan, en niets wijst erop dat hij zijn vriendin Karin binnenkort zal verlaten.

Boekenkrant

Bobby besluit wraak te nemen en schrijft een bijtende column over oneerlijkheid in De Pers, waarop Thomas contact met haar opneemt om ‘een keer samen koffie te gaan drinken’. Zo begint een lange periode van aantrekken en afstoten. Door Westerveld wordt dit proces op een tamelijk kinderlijke wijze omschreven, die afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van het verhaal. Niet alleen gaan Bobby en Thomas met elkaar om alsof ze het stadium van puberende tieners nog niet gepasseerd zijn, maar bovendien getuigen ook de ondoordachte gesprekken van Bobby met haar huisgenote Evelien van bijzonder weinig volwassenheid, een tekort dat nog eens benadrukt wordt door bijzonder veel flauwe grappen:

‘“Wanneer houd je nou eens op als een hondje achter hem aan te lopen? Je mag dan wel Bobby heten, maar zoek dan tenminste een leukere Kuifje.”

Ik steek mijn tong uit mijn mond en hijg.

“In je mand, jij. En snel! Zit en blijf.”

“Woef,’ zeg ik kwispelend.”’

Het personage Bobby roept tegenstrijdige gevoelens op: aan de ene kant hoop je dat ze zich eindelijk vermant en de overspelige Thomas voorgoed dumpt, aan de andere kant heb je medelijden met deze klunzige en naar liefde smachtende jonge vrouw. Heel anders is dit bij Thomas, van wie van begin af aan vaststaat wat hij is: een profiteur. Niet van plan zijn vaste verkering te verbreken, brengt hij ondertussen wel het hoofd van de van nature onzekere Bobby op hol door stiekem met haar af te spreken. Doordat Thomas op zijn zachtst gezegd een onaardige vent is, en doordat dit meerdere keren zowel door Bobby als door hemzelf expliciet verkondigd wordt, lijkt een feelgoodgevoel uitgesloten.

In de roman van Westerveld wordt verhalende vertellertekst afgewisseld met weergaven van msn-conversaties en e-mailberichten. Deze afwisseling maakt de gebeurtenissen realistischer, maar nog niet realistisch genoeg om te overtuigen. Ook op woordniveau lijkt er niet erg zorgvuldig over bepaalde (tegenstrijdige) zinsconstructies nagedacht te zijn; handen ‘zweven driftig’ over het toetsenbord en mensen landen met een ‘zachte noodlanding’ op hun stoel.

Is Vrouw met bloem zoekt man met baard typische chicklit van het soort waarbij je al voor je begint te lezen weet hoe het afloopt? Ja. Blijf je na afloop verzadigd achter omdat Bobby en Thomas toch bij elkaar komen en hun eigen happy ending creëren? Dat niet, en dat ligt mijns inziens niet zozeer aan de voorspelbaarheid (die immers inherent is aan het chicklitgenre) als wel aan de ongenuanceerde karakterschets van de personages.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.